Geschiedenis Bornem

Bij het begin van de tijdrekening kwam het water veel dieper landinwaarts en bewoners bouwden hun hutten op natuurlijke, hoger gelegen plaatsen of op opgeworpen terpen. De eerste nederzettingen in onze gemeente worden gesitueerd op Wintam-, Hingene-, Bornem-, Luipegem- en Mariekerke kouter, op het Dilftdomein met Kruisberg, deel Barelveld, Boskant, Brandheide en Galgenberg. Archeologische vondsten bevestigen de Romeinse aanwezigheid op sommige van die plaatsen.

In de tweede helft van de 4de eeuw begonnen de Franken de reeds bestaande ontginningen over te nemen om daarna nieuwe gronden in cultuur te brengen. Verschillende plaatsnamen verwijzen naar hun Frankische afkomst zoals Doregem, Miedegem (nu Boskant), Luipegem en Kaeneghem en ook Bornem. Volgens sommige auteurs zou Klein-Mechelen, het mahal of de vergaderplaats (meiveld) van de Franken uit Klein-Brabant geweest zijn zoals Mechelen dat was voor een ander deel van Brabant.

 

Het Land van Bornem

 

Het Land van Bornem is als zelfstandige heerlijkheid tot stand gekomen in de periode van de plundertochten van de Noormannen (9de eeuw). Het oprichten van de ronde toren en de bijbehorende gebouwen op de plaats waar nu het kasteel van Bornem staat, is terug te brengen tot die tijd. De ligging aan de Schelde, die toen nog haar oude loop volgde, vlakbij de samenvloeiing met de Rupel en de Durme, was goed gekozen.

In 910 werd het Land van Bornem, samen met Mechelen, door Karel de Eenvoudige, Koning der Franken, aan de bisschoppelijke kerk van Luik geschonken. Later werd het te leen gegeven aan de Graven van Vlaanderen. In 1057 kwam het definitief onder Vlaanderen door een overeenkomst gesloten door Boudewijn V op een Rijksdag in Keulen. Oorspronkelijk bestond het Land van Bornem uit de moerparochie Bornem met haar afhankelijkheden Havekesdunc en Hinken.

In de 10de eeuw werd het land van Dendermonde herverdeeld en werd Mariekerke aan het Land van Bornem toegevoegd onder het beheer van de Heren van Bornem.

De eerste Heer van Bornem met die naam is Lambrecht, die in 1007 ook tot Kastelein van Gent benoemd werd. Vanaf 1088 zal Wenemaar, één van zijn opvolgers en ridder van de Orde der Tempeliers, de ontwikkeling van het Land van Bornem in een versnelling brengen. De schenkingsakte (1100) van zijn hand is één van de belangrijkste akten voor de gemeente, door de toegestane vrijheden, giften en de toelating om het hier verblijvende kapittel van kanunniken, verbonden aan de kerk van Bornem, tot abdij te verheffen. Zijn opvolgers Seger I en Seger II, eveneens ridders van de Orde der Tempeliers, zijn ook sterk geïnteresseerd in hun domein en verblijven in Bornem. Zij zijn begraven in de Romaanse crypte (Krochtkapel) van de kerk van Bornem. Van Seger II zijn daar in 1978 restanten van zijn grafzerk teruggevonden.

Van de opvolgers verleent Hugo I in 1228 zekere vrijheden aan de inwoners van Mariekerke en van dit ogenblik af spreekt men over: "de Stadt, Poorte ende Vrijheit van Sinte Marie..." In 1250 verkoopt Hugo II de heerlijkheid aan Margaretha van Constantinopel en komt het Land van Bornem rechtstreeks onder de Graven van Vlaanderen. Historische namen als Gewijde van Dampierre, Robrecht van Kassel, die in 1320 de Oude Schelde laat indijken. Yolande van Vlaanderen die het beheer toevertrouwt aan Jacob van Artevelde, die de volledige afsluiting van de Oude Schelde verwezenlijkt, onderstrepen het belang van deze regio.

 

Pedro Coloma

 

Daarna begint een periode waarin vooral erfopvolgingen leiden tot ingewikkelde verdelingen. De uitheemse heren bekommeren zich minder om hun domein. Vervallen en leeggeplunderd tijdens de Geuzenoorlogen wordt het in 1586 verkocht aan de Spaanse edelman Pedro Coloma. Pedro Coloma, die met het Spaanse leger van Alexander Farnese naar de Nederlanden komt, behoorde toen tot de rijkste adel van zijn land. Hij begint direct met noodzakelijke werken om de heropbloei tot stand te brengen. Hij herbouwt het vervallen kasteel. Hij zorgt voor een nieuwe verbinding tussen de Schelde en de Oude Schelde door in 1592 het Sas te bouwen. Hij laat afvoergrachten graven om de landbouwgronden beter te irrigeren. Hij koopt verwaarloosde gronden en wordt de samensteller van het grafelijk bezit rond het kasteel van Bornem. Op de Dilftheide (Kloosterstraat) sticht hij een klooster en stelt alles in het werk om onderwijs te organiseren. Pedro Coloma sterft op 27 december 1621. Hij wordt begraven in de Romaanse crypte waar zijn grafzerk nu nog te zien is. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Alexander, petekind van Alexander Farnese.

In 1658 wordt het Land van Bornem door de koning van Spanje, Filips IV, tot graafschap verheven en wordt Jan Frans Coloma, kleinzoon van Pedro Coloma de eerste graaf van Bornem. Er volgen nog verschillende leden van de familie Coloma tot Marie-France Coloma huwt met Jean Jacques Alexander Corswarem. Hun zoon, die kinderloos is, duidt de zoon van zijn zuster Bernard François de Marbais als opvolger aan. Ook deze blijft kinderloos en vermaakt zijn domein aan zijn neef Adrianus de Lannoy. Deze aanvaardt de erfenis niet en laat ze over aan zijn zuster Aldegonde de Lannoy. Zij is gehuwd met Baudry de Marnix. Zo komt het domein in 1780 aan de familie de Marnix.

 

Familie de Marnix

 

Graaf Karel de Marnix, achtste graaf van Bornem vlucht met zijn moeder naar Nederland om te ontkomen aan de Franse revolutie. Het kasteel met het domein wordt verbeurd verklaard en in 1799 in Antwerpen openbaar verkocht. In 1802 koopt Karel de Marnix een deel van het domein terug, komt op het kasteel wonen en wordt burgemeester van Bornem en blijft dat tot in 1832. Tot 1904 zal gedurende 86 jaar een de Marnix burgemeester van Bornem zijn, in drie niet opeenvolgende perioden onderbroken voor een totale duur van 12 jaar. Het domein is dus al meer dan 200 jaar in het bezit van deze familie, die sinds 24 april 1881 ook de naam "de Sainte Aldegonde" mag voeren, waarmee nog duidelijker de binding gemaakt wordt met de voorzeker meest gekende figuur van deze familie namelijk Philips de Marnix, Heer van Sainte Aldegonde. Rond 1890 wordt het kasteel herbouwd naar de plannen van architect Hendrik Beyaert (1823-1894) en krijgt het monumentaal complex het uitzicht van een waterburcht. De huidige graaf, John de Marnix de Sainte Aldegonde is de veertiende graaf van Bornem.

Kasteel Marnix de Sainte Aldegonde

Openingsuren & contact

Deel deze pagina