Kasteel d'Ursel

Inhoud

Aan de oorsprong van het kasteel d‘Ursel, gelegen in het centrum van Hingene, ligt het stenen huis van Thibault Barradot, die in 1535 rentmeester werd in Rumst. We weten niet of Barradot een bestaand gebouw betrok dat hij eventueel vergrootte of verfraaide, of dat hij een volledig nieuwe woning liet bouwen. De geschiedenis gaat echter terug tot in de 12de eeuw waar er reeds sprake was van een versterkte burcht. Deze stond vermoedelijk ook op deze plaats, aan de rand van de alluviale vlakte van de Schelde die toen nog niet was ingepolderd.


Conrad Schetz

De familie Van de Werve, eigenaar van 1556 tot 1608, verbouwde het stenen huis van barradot tot een buitengoed of “huysinghe van plaisantie”.
In 1608 werd het goedgekocht door Conrad Schetz, baron van Hoboken en heer van Hingene, die in 1617 de naam d ‘Ursel zou aannemen. Hij liet vrijwel onmiddellijk werken uitvoeren, wat resulteerde in een heus kasteel in traditionele bak- en zandsteenstijl te midden van een waterspiegel.

Het domein en het park werden rond 1700-1714 heraangelegd. Ook het kasteel werd toen grondig verbouwd. Het kreeg toen pas zijn huidige grondplan met drie vleugels op de gelijkvloerse verdieping rondom een grote hal geschikt. De werken werden geleid door de Franse architect Jean Beaucaire (1651-1743). De oude gevels in bak- en zandsteen, de trapgevelelementen en de torentjes moesten wijken voor uniforme lijstgevels met strakke onversierde bepleistering. In de plaats van de oude kruisramen komen de eenvoudige, rechthoekige ramen zonder versieringen die met luiken konden worden afgesloten.

Architect Servandoni

Het definitieve classicistische uitzicht en de binnenindeling kwamen tot stand in 1761-1764. Het classicisme weerspiegelde op bouwkundig vlak de ideeën van de Verlichting waarmee Vlaanderen in de 18de eeuw te maken kreeg onder het Oostenrijks bewind van de verlichte despoot Jozef II. Op verzoek van de toenmalige graaf Charles d‘Ursel werd de Italiaanse architect Giovanni Nicolano Servandoni met de technische uitvoering van de verbouwing belast. Servandoni vatte het kasteel in een totaalconcept. Merkwaardig is alleszins dat ook de parochiekerk ruimtelijk in hetzelfde complex is geïntegreerd, waaruit men kan afleiden dat de kerk in oorsprong zeer nauw verbonden was met de adelijke geslachten van Hingene. De herschikking van de hoofdas van het park in noordzuidrichting biedt de bezoeker sindsdien een indrukwekkend zicht op de vernieuwde residentie van de d‘Ursels. Zij lieten omstreeks 1790 hun goed in Hoboken definitief afbreken.

De voorgevel van dit streng symmetrisch blokvormig kasteel bestaat uit een middenrisaliet van drie traveeën die via een gebogen gevel met de vierkante hoektorens is verbonden. Het gebouw is samengesteld uit drie bouwlagen en met een plat dak bedekt. De arduinen balustrade die de toegangsbrug en de voorzijde van de vijver afboordt is als stijlvol decoratief element hernomen vóór de ramen van de bovenste torengeleding en als borstwering bovenop het gebouw. De ramen hebben doorgaans een rechthoekige omlijsting. Dit is karakteristiek voor de classicistische stijl wiens inspiratiebron zich in de klassieke oudheid situeert. In de middenrisaliet zijn nochtans wel enkel steekboogvormige ramen aangebracht. Samen met de speelse inlijsting van de centrale toegangsdeur zijn dit dan weer typische vormelementen voor de rococoarchitectuur die in de eerste helft van de 18de eeuw tot bloei kwam. Het kasteel d‘Ursel is liefst negen traveeën diep. Aan de achterzijde bevindt zich een terras met uitzicht op de kasteelvijver.
De verbouwingen van Servandoni waren echter veel ingrijpender in het interieur. Nieuwe plafonds, nieuwe lambriseringen, tussenschotten en alkloven en een nieuwe bibliotheek werden door hem ontworpen. Het kasteel bevat nog een rijkelijk interieur met fijn geprofileerd stucwerk, luxueuze wandbekledingen en textiel uit de 18de eeuw. In de tweede helft van 19de eeuw werden enkele vertrekken heringericht, onder andere het salon met een wandbespanning van Chinees papier.

Het Laathof

Het bakstenen gebouw tussen het kasteel en de kerk heet het Laathof. Het was een dienstgebouw waar het personeel van het kasteel was gehuisvest. Deze vleugel, bestaande uit een centrale toren en lagere aanbouwsels onder zadeldaken, is ruim één eeuw ouder dan het kasteel. Op basis van de trapgevels kan met het Laathof onderbrengen in de Vlaamse renaissancestijl (ook traditionele bak- en zandsteenarchitectuur genoemd) al voegen we er onmiddellijk aan toe dat latere restauraties de stilistische zuiverheid enigzins hebben verstoord. Het Laathof werd gerestaureerd en gerenoveerd tot een verblijfscentrum voor jeugdtoerisme.

Sinds 1994 is de provincie Antwerpen eigenaar van het domein d‘ Ursel. 

Surf naar de website van de Provincie Antwerpen voor meer info. 

Beschermd: VE 10/07/1984