Inhoud
Weert heeft een kleine aantrekkelijke dorpskern met de Oude Schelde, de dijken en het heemkundig museum "De Zilverreiger." Vele toeristen kennen het zeker voor de rust en de natuur, waar het heerlijk wandelen en fietsen is.
Waritha
Etymologisch kan het teruggaan naar het oud-Germaanse woord "Waritha", voor het eerst vermeld ca. 1200 en betekent 'eiland tussen rivierarmen.
Een 'waard'is immers een stuk land, gelegen bij of te midden van wateren en moerassen, m.a.w. een ingedijkt stuk land.
In 1100 behoorde het poldergehucht nog tot Moerzeke, als een schiereiland tussen Durme en Schelde. Tot 1241 hielden de Heren van Coudenborch uit Temse er toezicht op.
Door verkoop komt het in bezit van de St.-Baafsabdij van Gent die er de heerlijke rechten zal over houden tot aan de Franse Revolutie.
Op 28 maart 1264 geeft de bisschop van Doornik opdracht aan de Abdij van St.-Baafs om de diensten te verrichten in de bidplaats die zij in Weert zouden oprichten. Die bidplaats is echter nooit opgericht. Weert was dus heel die tijd aangewezen op Temse en heeft met het Land van Bornem tot dan slechts een los verband.
Sint-Annaparochie
Na de wijziging van de loop van de Schelde in de 13de en 14de eeuw blijft het bij het bisdom Doornik behoren, terwijl Bornem bij het bisdom Kamerijk behoort. In 1559 komen beide parochies onder het bisdom Gent.
De inwoners van Weert vragen in 1661 een kapel op te richten. De toelating wordt gegeven, maar zij wordt slechts gebouwd in 1755. In 1771 wordt beslist tot oprichting van een eigen parochie, die er slechts komt in 1785. In 1787 wordt eindelijk begonnen met de bouw van de kerk, gewijd aan Sint-Anna.
Het duurt tot in 1803, als gevolg van het concordaat met Napoleon, dat de parochie Weert overgaat naar het bisdom Mechelen. In 1859 krijgt de kerk haar huidige vorm.
Tot aan de fusie van gemeenten in 1976 was Weert een zelfstandige gemeente met een oppervlakte 480 ha.