Woonzorgcentra en assistentiewoningen

Inhoud

Wanneer het voor iemand op leeftijd niet langer haalbaar of wenselijk is om thuis te blijven wonen, kan deze persoon terecht in een woonzorgcentrum of een assistentiewoning. Meestal gebeurt dit in overleg met de omgeving van de oudere.

In Bornem en omgeving zijn er verschillende centra:

Als iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen, kan men een waarborg of borgstelling vragen om zo de zekerheid te hebben dat de verblijfskosten betaald worden. Als de persoon die opgenomen wordt in een woonzorgcentrum kinderen heeft, wordt die borgstelling vaak aan de kinderen gevraagd. Als niemand een dergelijke borgstelling wil of kan tekenen, kan het woonzorgcentrum aan het OCMW van de gemeente waar de oudere ingeschreven stond op het moment van de opname, een betalingsverbintenis vragen. Dit is een verklaring waarbij het OCMW zich borg stelt voor de betaling van de verblijfskosten in het woonzorgcentrum, de medische kosten en een wettelijk vastgelegd bedrag aan maandelijks zakgeld voor de oudere.

Als een OCMW een borgstelling heeft gegeven wanneer een persoon opgenomen is in een woonzorgcentrum, staat het OCMW dus garant voor de betaling van een aantal kosten. Het OCMW kan de kosten die het betaalt, terugvorderen van bijvoorbeeld de kinderen.

Voorwaarden

De maatschappelijk werker van het OCMW zal jouw sociale- en financiële situatie onderzoeken. Je zal in de eerste plaats zo veel mogelijk jouw eigen middelen moeten gebruiken om de kosten te betalen. Als er kinderen zijn, wordt de onderhoudsplicht onderzocht door de maatschappelijk werker.

Procedure

Woonzorgcentra en assistentiewoningen werken meestal met wachtlijsten en voorrangsregels. Je neemt hiervoor best contact op met de verschillende woonzorgcentra. Als je inkomsten onvoldoende zijn, neem je contact op met de sociale dienst van het Sociaal Huis (OCMW). Er wordt dan een sociaal-financieel onderzoek gedaan en er wordt samen gezocht naar een oplossing.

Als het Sociaal Huis tussenkomt in de verblijfskosten, dan kunnen deze verhaald worden op de kinderen:

  • Je wordt, als kind van de ouder die in het woonzorgcentrum verblijft, gecontacteerd door iemand van het Sociaal Huis en er wordt een afspraak gemaakt om ter plaatse te komen.

  • Een maatschappelijk werker evalueert samen met jou je sociale en financiële situatie. Er kan ook een sociaal onderzoek gevoerd worden.

  • Het Sociaal Huis neemt vervolgens een beslissing of je al dan niet moet bijdragen in de kosten die het Sociaal Huis maakt n.a.v. de opname (van jouw ouder) in een woonzorgcentrum.

Kostprijs

Een opname in een woonzorgcentrum is doorgaans duur. De verblijfskosten zijn niet overal identiek en dekken niet steeds dezelfde kosten. Meestal omvatten ze de dagprijs, de dokters- en apothekerskosten, eventueel ziekenhuisrekeningen en zakgeld.

Telefoonkosten, kosten voor kleding en persoonlijke uitgaven moet je in de meeste woonzorgcentra zelf betalen.

Al je eigen middelen (pensioenen, spaargelden, huurinkomsten…) worden aangewend om de kostprijs te betalen. Als deze niet volstaan is een tussenkomst van het Sociaal Huis mogelijk. Deze tussenkomst kan worden verhaald op de kinderen in het kader van de onderhoudsplicht.

Documenten